Ze zeggen, haat en liefde liggen dicht bij elkaar.
Ik ben verliefd op de liefde.
Zelfs zo erg dat ik er een hekel aan heb.
Ik wil het zo graag, die warmte, dat slijmerige gedoe.
Alles voor mekaar doen.
Bah...... Mij niet gezien
Pijn, ellende, weken niets eten,
je bent er eindelijk vanaf.
Hou mij vast, laat mij nooit meer gaan.
Bij jou blijf ik voor altijd.
Ik heb er genoeg van, ga uit mijn leven.
Niet omdat ik wil doen,
maar omdat ik je pijn 'ga'doen.
Wat is dat gevoel toch lekker,
verliefdheid, vlinders, vogels.
Het komt met de seizoenen.
Maar zodra het winter wordt vertrekken ze weer.
In een gote V, van verlaten.
Mijn buik wordt gevuld met insecten,
zit ik daarop te wachten.
Ik heb je graag bij mij,
je loopt mij in de weg.
Stel je nou eens voor
dat je de prins op het witten paard tegen komt.
Ik hou van dieren, maar val niet op mannen.
Wanneer kom ik die dekselse deksel nou tegen,
want bij die potten hoef ik ook al niet aan te kloppen.
Ik hoop dat het nog lang duurd.
Bel je mij snel?