Warmte
Je hebt het nodig, je kan niet zonder,
Het is een groot wonder.
Hoe heb ik ooit zonder gekund,
Zonder iemand die mij warmte gunt.
Hoe kan ik ’s avonds rustig slapen,
Als er niemand is om gehecht aan te raken.
Ik slaap onrustig in de nachten,
En probeer met herinneringen aan warmte de pijn te verzachten.
Ik zou niet weten wie die warmte zou moeten geven,
Met wie ik mijn levensloop zou moten delen.
Dit zal ooit blijken,
Maar nu kan ik enkel reiken.
Ik heb zulke mooie herinneringen,
En die beginnen soms meer tot me door te dringen.
Ik weet dat ik zal altijd in mijn hoofd zal bewaren,
En soms begint het dan weer opdaren.
Je wilt je warmte delen,
Net zoals zovelen
Dus verlang je terug naar je oude vlam,
Waar toen zulke fijne warmte van kwam.
Maar ook dit gevoel verdwijnt,
Je weet dat deze liefde niet opnieuw verschijnt.
Toch voel je ,je weer sterker,
Bevrijd uit je kerker.
Je begint opnieuw aan je zoektocht,
Op zoek naar datgene waar menigeen naar zocht.
De zoektocht naar warmte begint,
Tot je deze uiteindelijk vind.
Ik zal nu nog zonde moeten leven,
Maar ik weet dat ik op een doel afsteven.
De warmte die ik nog niet heb ontdekt,
De warmte die ontstaat als de ander je naast je uitrekt.
Maar laat je niet verblinden,
Door de warmte die je denkt te vinden.
Alles valt te proberen,
Maar als het, het niet is moet je, je er van afkeren
De echte warmte zul je ooit treffen.
En deze zal je boven alles verheffen.
Maar geef je zoektocht naar warmte niet op,
Want dan komt je leven pas echt tot een stop.