De roos
ik vond een roos eenzaam langs een stille weg.
de blaadjes waren grijs van het stof en regen,
verdord door de warme zon.
de doornen waren afgebot.
ik wilde haar aan jou schenken maar ze was verslenst.
toch nam je haar en in jouw hand werden de doornen
terug scherp zodat ze prikten in je hand.
je warme bloed maakte de blaadjes weer rood en
jouw glimlach was voor mij het geluk....