De eens zo machtige boom
nu gekraakt en gebroken
de bladeren bruingedroogd
de dood errond geroken
Tegen een nachtelijke storm
vermocht hij niets, nee;
de vreselijke kwelling
die brak hem in twee
Het was al gebleken
dat herstel zijn gave was,
nu had hij reeds weken
het gevoel dat niets meer genas
Spijtig de dood dezer boom
maar schelen kan het mij niet;
ik hou mijn gevoelens in toom
en hoop dat niemand het ziet