Net een proefwerk gemaakt,
Nederlands was het vandaag.
Een meisje dat normaal gesproken altijd van het zelfvertrouwen blaakt,
Loopt nu weg, snel, gestaag..
Ik vraag me af wat er met haar is,
Het weer buiten o zo grauw.
Eigenlijk is ze geen gemis,
Dat weet ze, daarbuiten in de kou..
Ze heeft zo’n pijn,
En ik voel het van binnen.
Een arm om je heen, het voelt zo fijn,
Zo fijn als fluweelzacht linnen..
Ik zou er even voor haar willen zijn,
Maar het gaat niet, het wil niet, het is onmogelijk.
Af en toe voel je je zo klein,
Zo klein en ook afstotelijk..
Zij wil geen arm of hulp,
Het is een onbereikbaar tiep,
Altijd en eeuwig verscholen in haar schulp,
Alles zo stiekem, in het geniep..
Maar ooit op een dag zal ik er voor haar zijn,
Haar even laten weten hoe bijzonder ik haar vind.
Schuif het eens open dat gordijn,
Voel je toch gelukkig en bemind.