Ik zie vrolijke kinderen
hun blije gespeel,
hoor hun lieve stemmen
hun vrolijk gelach.
Ik rijd door de straten
de wind lijkt te juichen
de bomen mij toe te wuiven
de zon als kameraad.
Maar soms verschijnt een vreemde waas
mist voor mijn ogen.
Dan vervaagt het geluk
en verschijnen wolken
om mij mee te nemen
naar een plek van
doodse stilte.
Een stilte die mijn gedachtes overstemt
maar één gefluister toelaat
dat van de wind,
dat van jou.