Jij deed het, ik wil het
Jij heb het gedaan,
Jij hebt je ouders broer en zus hier laten staan.
Jij zei altijd, het gaat goed,
Jij hebt zelfmoord gepleegd, jij had de moed.
Jij gaf niet aan dat het fout dreigde te gaan,
Jij, kwam nauwelijks op school, toch bleven er goede cijfers staan.
Tot op een gegeven moment de bom barste,
als harde wind in grote maste.
Paniek was er plots bij iedereen,
Ineens staan je ouders alleen.
Toch ben ik niet boos, ik vind het knap,
jij deed het, ik wil het, Ja ik zet ooit de grote stap.