De man in de straat
Zingend staat hij in de straat.
Absurd kon je wel zeggen.
Ik vroeg me af of hij wel praat,
ooit iets had uit te leggen.
Bakje geld staat altijd aan zijn voeten
en hij knikt ook naar alle mensen.
Geeft hij hen nu echt zijn groeten
of wil hij hen het beste wensen?
Daar staat hij dan hele dagen.
Zingen en spelen, dat doet ie wel.
Maar ik zit hier met al die vragen:
Is dit echt of blijft dit spel?
Op een dag was weg zijn bakje
Weg zijn zang en zijn gitaar
Is hij verhuisd naar ‘n ander dakje?
Maar na wachten was hij weer daar.
Gefascineerd zag ik hem spelen,
Ik vond het mooi, dat merkte hij.
Hij deed me echt waar nooit vervelen.
En op een dag, toen vroeg hij mij:
“ Lieve dame, het is zo raar,
maar is het echt, ken ik jou?
Want elke dag, dan sta je daar.
Je blijft elke dag, dat plaatsje trouw.
Wil je met mij graag musiceren?
Of heb je zin in een diner?
Of wil je enkel mij waarderen,
ben je liever alleen dan met z’n twee?”
Ik stond perplex, vond geen woorden.
Maar het was niet erg, want ik genoot.
’t Kon me niet schelen dat anderen ‘t hoorden,
en dat ik plots heel rood aanschoot.
Jaren later, dezelfde straat,
noten klinken vrolijk weer,
En dan zien mensen inderdaad
dat ik musiceer met diezelfde heer.