De glasbak ziet mijn zorgen
voelt mij frustratie, maar is discreet
knikt minzaam iedere maandagmorgen
slaat verdrietig zijn ogen neer
omdat het inmiddels weet
dat ik restanten van mijn kater
in zijn buik deponeer.
‘Ach jongen, je drinkt alcohol als water’
spreekt hij tegen dovemansoren
‘wat brengt jou toch zo van je stuk?
Dat je alle hoop hebt verloren
en niet meer gelooft in puur geluk.’
De glasbak ziet mij weglopen
staart mij na en slaakt een zucht
Weer een weekend nutteloos verzopen,
weer een zwakkeling die voor het leven vlucht.