Weken zie ik dit nu aan,
Ik zag maar een glimp van jouw bestaan.
Een ding hadden we gemeen,
De ervaring naar een brand, maar dat weet geen een.
Ik zag het in je ogen, hetzelfde gevoel als ik.
Schuldgevoel, onbegrip, het waarom, en dan is je binnenste verstomt.
Je kan niet meer denken, je kan niet meer gaan,
het is een robot, die je leven door laat gaan.
Soms kan ik je beslissing begrijpen, maar je was nog zo jong, het kon nog wel slijten.
Maar vaak als de maalstroom gaat lopen,
komen er andere dingen om de hoek gekropen.
En ja, wat je gedachten ook waren of hoe jij je voelde,
er is niemand geweest dus, die wist, wat jij bedoelde.
Ik zit hier als een volslagen vreemde, mijn gevoelens neer te zetten.
Nooit wetende dat jij, je op dit boek, je blik zult zetten.
Ik heb een dochter van 23 jaar, en moet steeds denken aan haar.
En heb haar verteld van jou,
en heb haar ook verteld hoe veel ik van haar hou.
Je wordt als ouders zijnde bang,
dat je je kinderen niets meer zeggen kan.
Wij als ouders denken,
dat we het allemaal zo goed weten, maar is dat wel waar?
Wij doen ons best, maar deze generatie zit gewoon raar in elkaar.
Lieverd, moet ik nu zeggen dat je gewoon de dupe bent van deze generatie en de omstandigheden?
Ik kan het niet meis, want voor mij heeft iedere gebeurtenis een reden.
Toch hoop ik, dat je bevrijdt bent van al je zorgen.
En dat er ooit weer lichtje zal schijnen,
voor je paps en mams en broertje op een morgen.
Doll