Ik zwem, probeer de overkant te bereiken,
maar hoe dichterbij ik kom, hoe moelijker het gaat.
Ik kan de rivier met mijn tranen vergelijken,
die steeds harder stromen, wegens pijn en haat.
Maar steeds als ik denk dat het niet lukt,
zie ik weer dat gezicht,
dat gezicht dat mij altijd al hielp,
en al mijn zorgen verlicht.
Maar dan hoor ik dat schot,
Ik voel me naar beneden gaan.
De rivier verzwelgt me,
ik verdrink in mijn eigen traan.