Het is koud
De kachel staat aan
Maar het is koud
Ik sta in een groep mensen
Maar ben toch alleen
Alleen in de kou
En toch staat de kachel aan
De kilheid van stilte
Tussen honderd man
En toch ben ik uniek
Niet dat ik het zie
Niemand die het ziet
Mijn verdriet
Verdriet van eenzaam zijn
En toch samen zijn
In de kou
Het is een stuk warmer
Zo in iemands armen
En toch alleen
Alleen met me zelf
Samen met honderd man
Hoe kan ik het doorbreken
Wat zijn mijn gebreken
Wat zal er voor mij ontbreken
Ach, een ander heeft zich snel verkeken
Want wie ben ik
Wie is hij
Een vraag die we samen delen
In de kou
Met honderd man
En toch alleen