Bedwelmende wierook van zeemzoete woorden
waarin slechts één ingewijde pijn weet te lezen
is zand in de ogen van een kleine goegemeente
die de eigen dromen voor waar wil nemen:
een schijn van aandacht voor ersatzgeluk.
Nog even, mijn lief, tot ik me echt kan tonen,
mijn ogen naar je kijken om niets te verbergen;
heb dan geen angst in mijn armen te schuilen,
te luisteren naar een hart dat zijn keuze kent
terwijl ik je teder tegen mijn borst aandruk.