de ridders rond Arthur geschaard
vroegen, wat staat ons nu te wachten
hij dacht eens na en zei bedaard
dit had ik in gedachten
we bouwen een ronde tafel
het word een ware pracht
en Merlijn zal ons helpen
met al zijn toverkracht
rond de tafel komt een grote zaal
daar rond dan een burcht inde zon
we komen daar samen, allemaal
en noemen het ons Avalon
zoals gezegd was werd gedaan
er was vrede en tevredenheid
de bevolking groeide aan
onder Arthur’s flink beleid
maar op een dag onder de jacht
kwamen zijn ridders afgedropen
een prachtig ridder in wit harnas
was gans de groep aan ‘t slopen
Arthur die sprak ik los dat op
en zal hem zelf bestrijden
die ridder was Heer Lancelot
hij wou de strijd niet mijden
de koning maande Lancelot aan
om de doorgang te verlaten
maar die zei, om de duivel niet
u kunt me niet bepraten
ik ben op zoek naar een ware koning
mijn lichaam en mijn zwaard waardig
dus als u zich met mij meten wil
bent dan lans en zwaard vaardig
hun vechten deed het woud verstommen
ze gaven klappen keer op keer.
de koning kreeg een flinke klap
en zeeg gewond ten gronde neer
toen sprak hij tot Excalibur
geef nu een voorbeeld van uw kracht
de slag kwam op de ridder neer
die had zo‘n dreun ook niet verwacht
het geweld brak ook Excalibur
het zwaard kon toch niet breken?
en daar stond koning Arthur
hij kon nog nauwelijks spreken
ik heb het koningschap verspeeld
door misbruik van het heilig zwaard
hij wierp de stukken in het meer
en zei ik ben het nog niet waard
maar uit het water rees de hand
van de dame uit het meer
ze gaf heel zacht en heel galant
het zwaard aan Arthur weer
Heer Lancelot was aangedaan
sprak nu heel opgewonden
jij bent mijn koning en mijn vriend
ik heb mijn doel gevonden
word misschien vervolgd