Waarom al dat huilen?
Waarom al die pijn?
Een ding weet ik zeker:
Zo moet het leven niet zijn.
Je liet me zitten voor de slet van de stad.
Ik heb het nu helemaal met je gehad.
Dat je zei dat je van me hield,
Was dat een leugen of deed je stoer bij een vriend?
Nu zit ik hier helemaal alleen.
Aan de rand van een donker bos,
En overal ligt mos.
Ik kan rennen wat ik wil,
Maar mijn gedachten willen een pil.
Een pil die de pijn kan verzachten.
Daar zit al ik heel mijn leven op te wachten.
Maar in het bos blijf ik haken.
De bomen zijn in mijn gedachten gaan raken.
Hier zal ik voor altijd blijven,
En geen mens die mij terug naar de wereld zal grijpen.