WIJ
_____
Wij twee,
we maken veel mee.
Maar wie had ooit gedacht dat
het voorgoed over zou zijn,
bij jou voelde ik me fijn.
Maar nu ben ik je kwijt,
en blijf ik achter met veel spijt.
Ik dacht dat ik sterker kon worden
door het uit te maken,
maar ik wist niet dat ik je
daardoor voorgoed kwijt zou raken.
Dit kan ik mezelf nooit vergeven,
dat ik met iemand zou willen blijven
heel me leven.
Dat ik diegene zoiets heb aangedaan,
ik kan mezelf wel voor me kop slaan.
En dat ben jij,
die zoveel hield van mij.
Ik heb je foto in mijn hand en ik kijk
ernaar, dit valt zwaar.
Zwaar, want zo voelt het, zwaar op mijn
hart,
alles zie ik nu zwart.
Nooit meer zou ik iemand zo goed kunnen
vertrouwen,
nooit meer zal ik zoveel op iemand kunnen
bouwen.
Want jij hebt me geholpen bij al m'n problemen
en gedachten,
zonder me uit te lachen.
Anderen zouden me niet begrijpen,
maar jij,
jij was er voor mij.
Jou zou ik nooit vergeten,
dat is iets wat je altijd moet weten.
Jij was mijn 1e liefde, de eerste waar ik van
hield en blijf houden.
Wie had ooit gedacht dat wij twee niet meer bij
élkaar blijven zouden.