Aan de hoge snelheid kaatst het water,
Terug op de grote rotsblokken,
Die beneden in het water liggen,
En van vanboven is vertrokken.
Aan de waterval beneden,
Groeien allerlei lelies,
Ze staan prachtig mooi bloei,
De mooiste bloemen die ik verkies.
Het harde water stuwt naar beneden,
Palingen zoeken hun weg tegen de stroom in,
Terwijl beren een hapje uit het water vissen,
Een plaats waar iedereen van droomt, het nieuwe begin.
Maar het enige waar ik van droom,
Is eens een leven waar ik gelukkkig in ben,
Een leven zonder pijn en problemen,
Een wereld waar ik alles in verken.
Maar één ding heb ik wel geleerd,
Dat realiteit erger is dan dromen,
Maar toch, niets is wel het lijkt,
Want in de realiteit zal ik er niet komen…