Onmogelijke ontberingen om
tegen te verweren.
Als het dan even aan de
oppervlakte komt, om mij te
kussen. Een tinteling die nastroomt
over mijn gezicht.
Zij had koelte aan mijn hart
gegeven, waar ze zich benauwde, en
jij verstrengelde jouw hand in de
mijne. Als ik dan mijn ogen
dicht had, kon ik haar lippen
nog voelen. Zoals de lakens als zeeën
aanvoelden en jij mijn woelig
schip. Jij hield je in mij, aan mij
vast, en ik zuchtte dan onder je
ademen. Verlangend naar je hart, wanneer
ik me aan jou vasthield na de storm.
Zal de wind mij vangen met het
licht na de ochtend? Toen ik je ogen openen
zag hoe je irissen zich voor mij vulden met het
warmste en koelste bruin dat ik
ooit had gezien. En je lieve, zachte lippen vol
water op mijn voorhoofd.