dood?
Dood?
Daar sta ik, in het holst van de nacht,
Ik wil niet, maar ik kan niet anders, het moet…
Want dit is waar ik al zo lang op wacht,
En dan alleen nog bloed…
Mijn pols en handen zijn rood,
Dan wordt het zwart voor mijn ogen.
Is dit dan de dood?
Maar zou dit nou wel mogen?
Zomaar alles achterlaten,
Zonder afscheid of een brief?
Acht wat boeit het, iedereen zal mij toch wel haten!
Of vind iemand mij toch lief?
Ik wil nog niet dood!
Een traan over mijn wang,
Help me nou ik ben in nood!
Want zelfmoord plegen is een soort drang…
’s Ochtends vol van angst en boosheid,
Er ligt een mes naast mijn bed.
Oh wat heb ik een spijt,
Ben blij dat ik het heb gered!
Vele dagen zijn voorbij gegaan,
Mijn pols is weer geheeld.
Maar heel licht zie je de littekens nog staan,
Wat een afschuwelijk beeld!