Ik ben een geboren jager
Maar eigenlijk het liefst een prooi
Ik bespeel graag mijn belager
Want dat spel vind ik zo mooi
Maar los van alles
Vrij van iedereen
Besef ik dat mijn omgeving een heelal is
Een heelal voor mij alleen
De donkere, grijze wolken
worden dan langzaam minder grauw
Voorzichtig lossen ze op
In een overvloed aan blauw