ik ben niet dan uit Jouw aard ontsproten,
Jij gaf mijn kiem en de nodige grond.
Jij liet me langs luchtens toe ontloken,
en kuste me, met diens tedere mond.
Uw vergaarde kennis, gaf Jij aan mij,
zoals een waardige moeder als Jij
het betaamt. Tot eindloos verlichtings toe.
en was het nodig, gaf Je me de roe.
ook al had je nooit wat je toe kwam, mee,
door een gebrek aan Jouw waardige zaken,
was Je met ied're wel en wee tevree.
klagen...nooit! der zaken die Je ontbraken.
dit is de reden waarom ik dit doe.
pour montrer mon amour toujours pour Vous