Maar de stilte viel niet te bekoren met gedachtes,
nee, zelfs de dagen voelden zich belogen
als vijfde wielen aan verroeste wagens
de dromen waren niet meer dan stiltes
waarin wij verdwaalden; overbodig om te zeggen
dat vriendschap alles was dat wij konden krijgen
vanwege een leugenspel der traangezichten;
nog niet eens verstopt onder de lege leugenhulzen
die mijn wapen van woede vallen liet
‘wij’ bleek langer te zijn dan de kolven
en mijn munitie begint op te geraken
nu jij en ik walsen door onze oorlogsstrijd
op de bittere teneur van falende vooruitgang;
levenloos geslagen sterven wij toch wel,
geen harnas van geluk dat daar iets aan deed
resten mij nu enkel de woorden van gemis
in jouw mond, doch mijn lippen nooit verlaten
spreek ik over vergeving echter jij keert mij de rug
met een ijzersterke wil die ik mij niet herinner
van de dagen dat ik je streelde –gehuld in rookgordijnen-
est ik nu in tranen; onthuld door jouw verraad
en de regen stroomt verder
dieper mijn hart in dat verloren geraakt
in de emotie die jij hier achterliet
-duo Paul de Bruyn & Senta-