Langzaam word ik wakker, in de vroegte van de dag
en vraag me af waarom ik niet uitslapen mag
Geloof in god is mij vreemd, waarom moet ik dan
zo lijden onder zijn geluid
Het is immers niet mijn hand die hij neemt
Op zondag slaap ik liever uit
Ik draai me nog es om
Geniet een beetje van de kleine straaltjes zon
Die stiekem mijn kamer binnendringen
En sluit mijn ogen met daaronder de kringen
Verwarmd door mijn klein geluksmoment
Niet geboden door die ene vent, maar door
die heerlijke stralen
Op mijn verwarmde huid