mag ik me verbloemen
in blozend rode rozen
verhullend in haar geur
verblikkend noch verblozend
schuilen in haar blad
verstoppen in haar pracht
huilen in haar schoonheid
slapen op haar krachtig hart
beschermd door haar doornen
omringd door haar kleur
maar gedood door de droogte
waarna ik eeuwig treur