Wat is er in haar ogen dat doodt
en misschien ook in haar lippen
en dan nog; niet alles sterft.
Of is het niet zij maar een vreemd
lijf dat alles wegtrekt uit haar
armen - een beroofde achterlaat.
En zonder dat ze het weet, slaapt
het naast haar elke nacht, ze draait
zich om, rolt er over.