Wat ik verkeerd doe.
Heb ik me erg lang afgevraagd.
Kwam tot de conclusie.
Dat het toch echt aan jullie lag.
Jullie spelen een gemeen spel.
Eigenlijk heel wanhopig.
Eigenlijk heel zielig en alleen.
Het is niet moeilijk.
Om dat te ondekken.
Ik hoor bij het spel.
Er moet toch een vijhand wezen.
Ik kan niet uit jullie wereld.
Dus moet er mee leven.
Als ik ergens anders heen ga.
Vind ik jullie toch wel weer.
Andere vormen, andere maten.
Maar vanbinnen.
Zo zielig en alleen.
Door het spel dat jullie spelen.