Verdriet heb ik gehad.
In het begin van de week.
Dat kwam door jou, m'n schat.
Jij maakte me van streek.
Jij zag het wel aan mij.
Toen je in mijn ogen keek.
Je was op vakantie geweest met haar.
Ik laat zien hoeveel ik van je hou, iedere dag.
We plagen, flirten, roken en lachen met elkaar.
Ik zie dat ik van jou toch genieten mag.
De glinstering in je ogen.
Ik laat het steeds meer aan je zien.
Zeg lieverd, raak je aan,we maken elkaar jaloers,
zit in je borstzakje.
Je lieve, stralende gezicht heeft mij nog nooit bedroken.
7-9-06