Stille hormonen dans.
Geen kinderen, niet getrouwd geweest, en nog jong genoeg
de blinde ritmen van het lijf te adoreren, met niet al te veel
afstand. Daarenbij de ontwortelde geest ontsproten aan die
jeugdjaren van te weinig Holding: dan heb je dit; de dansende
zoekenden.
Zij zijn er velen, vaak veel bij elkaar, in groepjes van aan de
zijkant staan, dat vaker een hangen is, van nog niets gevonden.
In bepaalde cafés, in speciale instellingen, tijdens woeste
concerten, of allewijl te kantines alleen met een blik een beetje
bij achterdoor gezeten gelijke.
Soms zijn er twee, een tijdje samen, maar al te vaak, gaat dat
niet goed. Om gezondheidsredenen voeld men aantrekkingskracht
eer tot niet lotgenoten dan tot de geestverwanten, want twee
ontheemden maken nog geen thuis. Twee ontheemden kunnen
maandenlang samen dromen van een thuis.
En zo, met de ogen van de nog toekijkende, zo, met het nog
geweken denken, weg van deze twee dromerige lijven, liepen
en metname hongen, zij metende de behouden afstand, maanden
dichter en dichter, bij en aan en om en voor elkaar. Dit meisje en
deze jongen, met de jaren van verwilderd jong blijven.
Geen kinderen meer, nooit getrouwd geweest, donkere slaven,
geboeid in het onderschip, roeiende voor het voortvaren van hun
ontdekkingsreizende, ziel. Na vijfendertig en drieëntwintig lange
jaren waren zij bij beiden hier bij deze ver gelegen kust aangekomen.
Langs de lange stranden stonden hun voeten al afdrukken lange
paden uit...
Verschillende opnamen ter herschikking, menige poging, iets een
thuisfront te noemen, weer ontaard en gestrandt... Een ingekomen
dofheid ter ogen, een aangenomen lichaamspose er ter rust te
komen, en een restand aan overgebleven beelden verstoppend, achter
horizonden waarvoor hoge bergen verdacht.
Met een verwandschap, als broer en zus gelijk, kwamen zij te mensen
liefst zitten, bij elkaar. Meest alsnel was dat als het zitten zelve metname
ge'ijkt, en te mensen zijn en kijken, amper met elkaar nog maar, en al
even snel dan vooral in de afstand gelijkend, die afstand niet mijdend, om
dan toch maar bij elkaar te zijn, maakt de afstand groter nog.
Onoverbrugbaarder naderend tot elkaar zaten zij met stille hormonen,
dansend, pratend met de andere mensen, in een droomtrans van het
vinden, geheel tenover en verslaafd aan elkaar, te zijn twee wezen van
deze samenleving, indenkend hand in hand te zitten, tijd te hebben als
een huisdier, kracht te hebben te ontvlechten...
Alle mensen daar, mochten zij al niet van dezelfde ontheming een eigen
trechter in zien, wisten allang welk een gevoel zij voor elkaar voelden,
en keken vol aanmoedigingen, voorzichtig aan te sporen, toe, maar
meer en meer natuurlijk werd hun zien van dit, een doen als het doen
van de doeners van deze wereld kent.
En tussen zee, en strand en in-land, tussen kom, en ben, en ga,
tussen onvertrouwd zijn en kindloos, schitterd het blinde ritme als
de enige Holding, ziet het kind elke terhandneming als door
een onbekende, rend voort, en word verbleven, stil, in de
hormonendans als elixerend ritueel...droom verhelend, en van het
besef van elke eindigheid van dit zijn verdreven tot de oneigdigheid
van het weerom het alleenzijn moeten verkiezen...
Deze mensen zijn eeuwig samen.
Al weten U, en ik, dat, niet.
14'09'2006.