Elke kleur ontkennend
sta ik hier te midden
van het maagd’lijk wit
Als onberoerd canvas,
onaangeroerd en
in witte eenvoud.
Ik sta in het wit,
zie de omgeving
en oordeel niet
‘K zie hoe kleuren
proberen zich meester
te maken van het wit.
Als een onbeschreven vel
helderwit papier wachtend
op ’t eerste woord.
Onaantastbaar begeef ik
mij in een wereld zonder
een enkele kleur of voorkeur
‘K zie hoe kleuren zich
langzaam meester maken
van ’t hart van het wit.
In het midden van het wit
sta ik en ik voel hoe langzaam
het duister een plek inneemt.
Hier, in ’t midden van deze
witte maagdelijkheid en
deze helderwitte onschuld.
‘K zie hoe kleuren onontkoombaar
het canvas van het leven
kleuren met oordeel en mening.
Wat eens onaangetast en
wonderschoon wit is geweest
is een duister hart gevormd.
‘K zie wat een kleuren zich
in mijn ziel hebben getoond
en hoe de wereld is gevormd.
‘K zie, niet langer blind in
een helderwitte wereld en weet
dat in wit duisternis gevangen is.