Ik wil niet alleen maar jammeren en klagen,
maar krijg niets anders op papier,
want doordat ik mijn verdriet moet dragen
kan ik niet denken aan plezier.
Alles wat ik ooit leuk heb gevonden
kan mij nu alleen maar vervelen.
Ik raak nergens van opgewonden,
het kan me gewoon niets meer schelen.
Mijn verdriet beheerst mijn gedachten,
het vreet, het zuigt, het brand en het schrijnt,
het beheerst zowel de dagen als de nachten
en ik vraag me af of het ooit nog verdwijnt . . . .