Op z'n minst
In je verdriet zou ik moeten staan, ik zou
je tegen me aan moeten drukken, je verdriet
weg moeten strelen, je boosheid weg moeten praten,
je moeten laten slapen, je even weghouden
van alle pijn
In je hart zou ik moeten staan, je ogen
-die me raken- zou ik moeten begrijpen
Mijn armen om je heen moeten slaan, en de
leegt -jouw leegte- niet alleen maar alleen laten,
ook mijn leegte laten zijn.
Er is niets, zelfs geen veelbetekende stilte,
zelfs niet: er zijn is genoeg, niets...
niets van betekenis, soms op momenten
-dat ik het zelf ook niet meer weet-
is er zelfs geen liefde meer, alleen maar verlangen
dat alles beter zal worden, of dat het over zou zijn
of iets
gewoon iets
wat anders is, wat er zou moeten zijn
In je verdriet zou ik moeten staan,
of op z'n minst ernaast.
De afstand moet weg, want -lief-
ik hou zoveel van je