Eenzaam dwaalde ik
mijn gezicht verscholen
in het donker
Bang voor iedere
te nemen stap
bang eindeloos te vallen
Maar door de duisternis
om mij heen
kon ik een lichtje
daar, achter die deur
zien stralen en het
verwarmde mijn hart
Het ijs begon te smelten
en zocht zich een uitweg
Tranen nooit vertoond losten op
in onze kring van zijn
en ik voelde mijn eigen zijn
verbonden met de jouwe
Hoorde je de stilte galmen
met al haar kracht?
Hoe ze schreeuwde van angst en pijn
maar fluisterde over licht en zijn?
Kon je de schoonheid vinden in
de onmetelijke diepten van verdriet?
De klanken van ons hart
dreven op de wind
Gedragen op stille wolkjes
gebracht naar het licht