Daar zit je dan,
op de stoep.
De joint in je hand
lijkt te trillen.
Je ogen groot,
je wangen ingevallen.
Kleding half vershoten,
pijn in je hart.
Je hebt teveel gezien,
te lang geleefd.
Het lijkt je te volgen,
of het in je blijft,
om je heen, overal.
Je leven vergooit,
al jaren geleden.
Daar zit je dan,
op de stoep.
Je lijkt van deze wereld
af te vallen,
je lijkt niets meer te zien.
In een waas sta je op
en ren je weg,
in de illusie,
dat iemand je volgen zou.
Daar zit je weer,
op de stoep.
Je rug tegen een muur,
je lijkt te slapen, maar,
de shot die net hebt gehad,
is fataal geworden.