Je loopt naast me en we praten
ik voel me zo gelukkig en blij
ook al heeft niemand het in de gaten
op dit moment lijken we beiden vrij.
We lachen, we kletsen, we hebben lol
een knipoog, we kijken naar elkaar
dan ben ik van jou echt helemaal vol
en mijn gedachten gaan niet uit naar haar.
Maar tegelijk ben ik verplicht te denken
aan die afstand tussen jou en mij
ik zie haar in de verte wenken
en herinner me: je bent niet vrij.
Ik heb er zelf voor gekozen,
en mag vast niet klagen
maar soms denk ik niet zonder blozen,
wat bezielde me toen die dagen?
Waarom was ik toen overal zo zeker van?
dacht ik het allemaal te weten
en twijfel ik nu ineens zo dan
en kan ik je gewoon niet vergeten?
Die lach in je ogen, dat ondeugende gezicht,
die bezorgdheid om de kleinste dingen
ik was hemels gelukkig, niets was verplicht,
waarom liet ik je toen mijn hart niet binnen?
Maar de keuzes zijn nu eenmaal gemaakt
er is geen enkele weg meer terug,
ik ben je kwijt geraakt
tussen ons is zij nu een onbegaanbare brug.
Ik voel de pijn, om dingen die veranderen
veranderen door één vriendin
waarom kunnen mensen nu
niet gewoon goede vrienden zijn?
Noem het mystiek, noem het tovenarij
onze blikken waar niet op wordt gelet,
jouw arm om mijn schouders, jouw hand op mijn zij
misschien zijn wij ooit nog aan zet.
Ooit zijn wij vrij,
ik bij jou en jij bij mij.
D.