zoekend in een vuilnisvat
vindt hij zijn dagelijks brood
en ’s avonds laat op zijn gemak
slaapt hij weer in de goot.
’s morgens bij het ontwaken
voelt hij zich als een plank
je hoort zijn zere botten kraken
je ruikt die sterke stank.
als dit nu het leven, leven is
waarvoor hij heeft gekozen
dan is er volgens mij iets mis
geen mens kan dit geloven.
wat is er mis met deze man
die eet van ons genoeg
zo’n leven dat dit heden kan
maar niemand die ’t hem vroeg.