Zoals doornen van rozen struiken
Of splinters van glas vezel
Of fijn hout
Ze grijpen zich aan me vast
Seconden lijm
Kleverig plakkerig samen hangsel
Dat vestigt in mijn zijn
Het laat me niet los
Dat gevoel, die pijn in mijn onderbuik
Ik weet waar het vandaan komt
Maar kan het niet afsluiten.
Hij laat me niet los.
Waarom wat is mijn les?
Bloedend vlees
Rood doorlopen ogen
Probeer mijn verdriet weer te verdrinken.
Lukt toch niet
Freggel kapt z’n haar ook zo.
Mijn freggel, mijn Fabian.
Ik ben geen god
Ik kan dat ook niet zijn
Maar wanneer je me een kans geeft
Dan kan ik iets
Zo kan ik niets
Zo doet het alleen maar pijn.
Jij doet pijn