Vanwaar komt die drang tot doden, roven en slaan?
Waarom krenken wij onze eer in ons bestaan?
Is het dat de mens door en door kwaad is van aard?
Of zijn we misschien toch nog iƩts meer waard?
Wie kan het zeggen en wie zal het weten?
Misschien is God gewoon iets vergeten,
Om nog wat goed in ons te steken.
Toen zei God vaarwel en nam afscheid
En weg ging God, ver en wijd.
Toen lag het lot van de mens in eigen handen
Om zo als gebrekkige creatie in de miserie te belanden.
Zo is de mens belast met chaos en disharmonie
Door reeds niet meer in gunste tewezen van Gods gratie.
Maar er is nog iets wat God niet voorzien had,
Hij had ook een sprankje van zijn divine rede
Aan zijn verworpen schepsel gegeven
En hoe meer rede men gebruikt hoe redelijker men wordt
Van mensenleven tot mensenleven, van generatie tot generatie.
Zo is het dat over tijd de mens zinniger verwordt
Hoe meer de mens leeft, zal hij leven als eigen God volgens eigen gratie.