zomaar, op een doordeweekse dag fiets ik maar wat. naar eindeloos ver weg. dat is een land, dat is een plek. tenminste, zo denk ik soms. het is mijn fijnste, ik ben er graag. jij bent er ook, daar is alles anders. alles schiet voorbij als ik begin aan m'n ronde, jij - die en dat. maar jij is het onderwerp, die en dat zijn lijdend. ik rijd altijd die eeuwige cirkel om jou, eentje maar hoor. en ik wil ook niet te dichtbij komen, alleen even kijken. of je er nog steeds zit, of je bent gebleven. en nooit ben je weggeweest, ik heb je nooit betrapt op een misstap uit die cirkel. en je kijkt altijd zo naar me, met die lieve oogjes van je. en dan ben ik weer weg, totaal weg - van jou. van de wereld, ik raak soms zelfs even uit koers. maar ik kom altijd weer op het pad en rijd dan weer rustigjes terug, langs diezelfde weg waarop ik was gekomen. ik blijf nooit lang hangen, daar is alles veels te vliegensvlug voor. dagen verstom ik, plotseling kom ik weer. ik kan niet stoppen, ik rijd die route veel. ik rijd mijn ronde ook altijd uit, ik hou van vol zijn. jij ook, ik houd alleen nog maar daar van. jij bent alleen waar ik van houd. maar jij bent ook die droom waarvan ik elke nacht niet durf te slapen, waarvan ik wakker lig. waar ik bang voor ben, bang omdat die realiteit zeer doet. en pijn angst is. en dat allemaal omdat ik wéet. dat ik 's morgens besef - dat mijn dromen mooier waren ..
_______________________________
einde.