Jullie willen naar de fitness
Maar dat moet ik nog zien.
Jullie willen naar de voetbal.
Wij ook misschien.
Hij zat in jouw kantoor.
Hij vroeg hoe het met mij was>
Jij antwoorde zij is een bijdehandje.
Hij was één en al oor.
Felle storm en regen.
Jij bracht ons thuis.
De troep die hier lag, ik kon er niet tegen.
Anders had ik je een bakkie aangeboden in mijn huis.
Het gaat steeds beter met luisteren en praten.
We gaan roken bijna ieder uur.
We krijgen elkaar meer in de gaten.
Liefste jij geeft mij vonken en vuur.
Ik zei lieve jongen.
Jij lieve schat tegen mij.
Het gaat vooruit, ook al is het met kleine sprongen.
Hopelijk is het nog lang niet voorbij.
Week 3 15 t/m 19 januari 2007
Loesje.