daar zat ik dan als een hoopje sneeuw,
ik sta op en geeuw.
daar zat ik dan helemaal versteend,
van alles vervreemd.
daar zat ik dan verzonken in gedachten,
zat ik te wachten.
daar zat ik dan stil voor me kijkend,
voor alles wijkend.
daar zat ik dan helemaal kapot,
is dit soms mijn lot.
daar zat ik dan weg te kwijnen,
ik wou verdwijnen.
daar zat ik dan met verdriet in mijn ogen,
zat ik daar gebogen.
daar zat ik dan helemaal alleen,
niemand om me heen.