Nog steeds lig ik onder dezelfde dekens,
wachtend tot ik jou stem weer horen zal.
Strevend naar het moment,
wanneer jij weer bij me bent.
Verlangend naar hoe ik me toen voelde,
gewild, warm en intens gelukkig.
Ik had niet gewild dat het stopte,
ik had gewild dat je voor altijd door zou gaan.
Dat je armen om me heen zouden blijven,
zwaar drukkend op mijn schouders,
met jouw warme adem in mijn nek.
Dat je toch ging maakte me leeg,
liet de kou van eerder weer binnen,
Voelde me weer eenzaam,
misbaar en verlaten.
De herinnering aan jou, aan ons,
maakt alles beter, lichter en tastbaar.
Dus wacht ik tot je terug komt,
onder dezelfde warme dekens,
waar jouw herinneringen zijn.