Je kwam steeds dichter bij, het staat op m'n netvlies gegrift, onuitwisbaar.
Ik dacht dat je van me hield, maar wat je ging doen maakte me bang.
Ik was nog mar een kind, en dacht dat het een spel was.
Maar het was echt, je kwam dichter bij , en deed je hoofd tussen m'n benen.
Je zat er aan, en begon te likken, likken bij een kind van vier.
Likken aan iets wat van mij is, waar je af hoorde te blijven.
Likken aan iets wat van mij is, maar je hoort van je eigen kind af te blijven.
Vooral van dat, dat wat van mij is.
Zoiets doe je bij je vrouw, je vriendin, maar niet bij je eigen kind.
Een kind van je eigen vlees en bloed, dat geef je de mooiste tijd van z'n leven,
maar niet dat soort plezier, dat is plezier voor jou, niet voor je kind.
Wat moet je hebben gedacht?
Hoe zou je het hebben bedacht?
Hoe heb je het gedurfd?
Hoe KON je het doen?
Vragen die door me hoofd spelen.
Bij je EIGEN kind, daar hoor je van te houden!
Maar bij jou ging het om lust..
Hoe moet je je hebben gevoeld?
Was je er blij mee?
Besefte je wat je me aandeed?
Nu ben je uit m'n leven,
en ben ik blij, de nachtmerrie is over.
De nachtmerrie is over, maar een deel van mijn leven is verpest,
verpest door jou.
Je bent weg, en toch ben je er nog.
Je zit me achterna..
Gedachten, ze schreeuwen in mijn hoofd.
Mijn kinderlichaam, ik was nog zo klein, en jij, jij maakte er misbruik van.
Gore vent, achterbakse schoft, jij, je hebt mijn hart verwond.
Krassen en tranen in m'n hart, en jij?
Jij liet me achter, alleen, eenzaam in m'n kinderbed, je had je pret gehad.
Hoe kan ik nu toch leven, altijd maar die pijn en die gedachten,
mijn leven is verpest!
Kunnen die wonden in m’n hart ooit genezen?
Nee, dat kan niet meer, dat heb jij gedaan.
Nu nog open wonden, zal ik er mee kunnen leren leven?
Nu nog open wonden, in de toekomst littekens.
*gemaakt met ~Elisabeth~ maar het gaat over mij*