Nog niemand is er wakker
Op dit vroege ochtenduur.
Doodstil is het nog
Bij deze en gene buur.
Ik besluit mijn tas te pakken,
Trek wandelschoenen aan.
Heb mijn jas goed gesloten
En ben naar buiten gegaan.
Stevig stappend heb ik
Genoten van de vroege zon.
Was bijna vergeten dat
Genieten simpel zijn kon.
Ik neem een slokje ijsthee
Dat verfrist de geest
Maar verfrissen doet het
Het lichaam nog het meest.
De zon wordt al wat warmer
En ik trek mijn jas dus uit.
De paden op, de lanen in,
Zo zing ik, vals maar luid.
Het is zo tegen tienen
Als ik weer huiswaarts keer.
Maar als het morgen mooi is
Doe ik dit heus nog eens een keer.