Aardbeitje en Meloentje
Aardbeizaadje en Meloenzaadje
Zaten samen in de grond
En genoten van wat water
Da’s hoe dit gedicht ontstond
Aardbeischeutje en Meloenscheutje
Kwamen samen uit de grond
En genoten van wat zonlicht
Zo worden ze lekker en gezond
Aardbeiplantje en Meloenplantje
Groeiden heel erg vlug
Tja, zo is hun plantjesleven
Ook wel snel achter de rug
Nog niet zo rijp Aardbeitje en nog niet zo rijp Meloentje
Wachtten op hun beurt
Tot ze kunnen showen
Met hun rijpe kleur
Lekker Aardbeitje en lekker Meloentje
Reden naar een ver land
En zaten dan ergens in België
In een hele mooie fruitmand
Aardbeismurrietje en Meloensmurrietje
Zaten wat te niksen
Tot een mensenhand hen pakte
En haalde hen uit de mixer
Aardbeisorbetje en Meloensorbetje
Waren moe van al dat werk
En wachtten in de Colruyt
Op iemand met heel veel trek
Verkocht Aardbeisorbetje en verkocht Meloensorbetje
Zaten in een vriezer
Het was er niet zo prettig
Maar toch beter dan die mixer
Uitgeschept Aardbeisorbetje en uitgeschept Meloensorbetje
Zaten in een mond
Een kindje smulde ervan en zei
Wat zijn die lekker en gezond
Doorgeslikt Aardbeisorbetje en doorgeslikt Meloensorbetje
Zijn er nu niet meer
En kijken met veel vreugde
Vanuit de hemel naar de aarde neer
Einde