Hoe kon ik het nog geloven.
waarom liet ik mijn hoop, het beloven.
hoe kan ik toch denken dat iemand wat voor mij kan voelen.
waarom geloof ik nog in onbereikbare doelen.
hoe kon ik hopen dat je voor mij kon kiezen.
als ik toch altijd gedoemd ben te verliezen.
niets wat ik doe of over heb voor jou, is goed genoeg.
bestaan er wonderen is wat ik al vroeg.
ben kennelijk te lelijk en heb niet te bieden.
dat is wat mij word verteld, door al die lieden.
maar het blijkt maar weer de vloek heerst nog steeds.
het einde van de put, die is er nu reeds.
Bart Kempers © 01/04/2007