Daar loopt ze eenzaam.
Eenzaam en verlaten door de natte straten van de stad.
Ze vlucht weg voor schimmen uit het verleden.
Voor herinneringen over een liefde die niet mocht zijn.
Haar hart zwelt van de pijn.
Ze gaat al sneller lopen over de gladde straten van de stad.Denkend aan de man die zij zo lief had.
Haar tranen vermengen zich met de regen,betreurd de liefde die haar niet was gegeven.
Dan breekt de zon door een wolk heen.
Ze kijkt omhoog,voelt zich in die drukke stad vreselijk alleen.
Dan bedenkt ze,voor herinneringen kan je niet weglopen.
Je moet ze koesteren en op betere tijden hopen.