Oh Aredhel
Gij elfenvrouwe,
die stoutmoedig zwerft
in duistere wouden.
Maar wanneer ze
op 't duisterst uur verdwaalt
en steeds verder van
het licht afdwaalt
verstrikt Eöl haar in zijn macht.
Want hij had Ar-feiniel niet verwacht.
En wanneer hij haar voor het eerst zag
hield hij op slag van haar.
En terwijl ze in de bossen vergaarde
werd ze door Eöl verstrikt.
En hij nam haar tot vrouw
Ze werd in zijn klauwen verstrikt.
Niemand zag Ar-Feiniel
lange tijd weer.
De witte vrouwe
schaarde jaren in duistere wouden.
Na jaren kreeg Aredhel een zoon
Meaglin genaamd
En was zoals z'n moeder zo schoon
en hij hield van haar.
Lang zaten ze bij elkaar
waneer Aredhel over de Noldor vertelde.
En hoewel ze dit niet aan Eöl vermelde
kreeg ze heimwee naar thuis.
Dus was ze met haar zoon plannen aan het maken
om uit die wouden te geraken.
En op een dag glipten ze weg
Gondolin tegemoet.
Die vanaf die dag
was verdoemd...