De maan schreeuwt, alsof hij zo
mijn aanwezigheid af kan dwingen.
Mijn armen blijven om je vragen,
weet je neit dat ik niet zonder je kan?
Het is allemaal de waarheid,
al spoort het niet met elkaar.
Soms probeer ik nog dichtbij te komen,
maar je houd me op afstand
door wat ze je geleerd hebben,
wie leeft wie voor? Wie leeft nog,
na al dat gezeik, z'n eigen leven?
De enige Heer die ik dienen kan,
die ik nog geloven wil, is niets.
God is niet overal, zoals jij me zei,
God is niet bij mij, God is dood.
Nooit zal ik je vergeten, nooit heb ik
één keer nagedacht over 'nooit meer'.
Nooit heb ik durven denken dat ik
zelfs jou verliezen zou.
Laat me nog één keer binnen om
de kamers van je hart te kunnen zien,
laat me nog één keer kleine briefjes schrijven,
op de deuren plakken, met zachte troost woorden.
Laat me nog één keer je wonden verzorgen.
Probeer me nog één keer te accepteren, want,
Real Friends Do Last For Ever!
Lief, veel te lief, klein meisje.
Nooit heb ik een woord geloofd van alles
wat je tegen me zei, nooit heb ik
kunnen geloven dat je van me hield.
Geef me nog één keer antwoord
op mijn tekortkomingen.
Laat me nog één keer zien dat dat gordijnen
gestreken zijn, en dat de grijze mist
snel opgeklaard zal zijn.
Ik heb eindeloos geschreeuwd, gelogen,
gebonkt op de deuren van je hart,
maar nooit heb je open gedaan.
Afscheid is geen afscheid voor mij geweest.