als ik aan jou denk dan voel ik me zo elendig en eenzaam.
wat heb ik je aan gedaan om mij zo veel verdriet te bezorgen.
ik keek met een opgeheven kin naar je.
ik heb je ooit bewonder maar dat was slecht voor een tijdje.
voordat ik wist wat je me zou aandoen en voordat ik wist dat jij niet zo naar me kijkt als ik naar jou.
waarom heb je altijd tegen me gelogen, zelfs toe ik jou die ene vraag vroeg.
je wilde me het leven niet zuur maken je wilde me beschremen.
is dat alles was ik ooit in je dacht te bewonderen
ik schaam me diep dat ik ooit naar zo een gevoelloos iemand heb verlang