Ik zit bij je en kijk naar je.
Ongemerkt ontvalt je een traan.
Ja als het over hem gaat.
Je zegt, ik huil alleen om hem.
Weer kijk ik je doordringend aan,
ik zie je verdriet en een kille blik.
Je hebt hem verheven boven je eigen ik.
Ik zit bij je en kijk naar je.
Denk ben jij de vrouw die ik moet kennen.
Niets van je olijke ondeugd is wat rest.
Je bent in een andere wereld.
Je kent me wel maar kent me niet.
Ik zie je verdriet.
Je pijn in je hart.
Ja ma, je raakt meer en meer verward.
Weer kruist daar die blik onze beider ogen.
Doordringend kijk ik je weer aan.
Gek denk ik, soms ben ik zonder mededogen.
Ik zou het je kwalijk moeten nemen ma,
Je hebt zo vaak mij bedrogen en belogen.
Kijk naar je en denk, ik heb je nog ma
ondanks al dat gekrenk.
Heb je kunnen vergeven en mogen kiezen
voor jouw leven.
Kijk naar je en geniet en denk, dank je ma
immers mijn leven was jou geschenk.
Jij ma, oude dame, leef!